maart 24

Advies van de Adviesraad Sociaal Domein over Doelgroepenvervoer

Bunnik, 23 maart 2021

Geacht college,


Bij het doelgroepenvervoer spelen voor de Adviesraad Sociaal Domein (hierna: “asd”) twee kwesties

  1. is het echt nodig;
  2. als het echt nodig is, hoe wordt er dan voor gezorgd dat het optimaal functioneert vanuit het gebruikersperspectief


Ad 1) Noodzaak doelgroepenvervoer
Het is evident dat voor veel mensen met beperkingen speciaal vervoer geboden is. Maar het is beslist de moeite waard om steeds de vraag te stellen of het ècht nodig is en te bezien of een andere benadering niet alleen bijdraagt aan minder speciaal vervoer bewegingen maar ook aan meer welzijn en welbevinden van betrokkenen.
Dit geldt met name voor het leerlingenvervoer, zeker in de lagere schoolleeftijd.
Aan dit onderdeel van het doelgroepenvervoer gaat vaak vooraf dat de reguliere scholen vinden dat een kind daar, vanwege met name het gedrag, niet op past. En worden ouders onder druk gezet om in te stemmen met plaatsing op het speciaal onderwijs. En het lijkt wel of de norm of "het gemiddelde" steeds smaller wordt en de intolerantie voor afwijken en dus de neiging tot uitstoting steeds groter. Een gevolg is dat kinderen gestigmatiseerd worden, uit hun vertrouwde buurt en die van hun vertrouwde vriendjes en vriendinnetjes worden gehaald. En ook in het circuit van de psychiatrische diagnoses (DSM) terecht komen. Wat extra stigma tot gevolg heeft. Zo begint het met kinderen met wat gedrags-problemen en kan het leiden tot PROBLEEMKINDEREN. Met vaak depressies en een extra moeizame start in het volwassen leven.
Diverse leden van de asd hebben zelf ervaring met kinderen in het speciaal onderwijs.

Kinderen met taalachterstand vormen een bijzondere doelgroep. Met name gaat het dan om vluchtelingenkinderen. De laatste jaren worden die vaak geweigerd door de Bunnikse scholen (tenzij ze vanaf 4 jaar kunnen instromen) en moeten dan naar Zeist voor aangepast taalonderwijs met speciaal vervoer omdat regulier OV daarvoor ontbreekt.
Met wat extra moeite zouden ook deze kinderen meteen ín de gemeente Bunnik naar school kunnen gaan en zou er voor deze (beperkte) groep geen extra vervoer geregeld hoeven te worden

Boodschap is in alle gevallen: investeer vooral/ook in het ondersteunen van kinderen om op de gewone basisschool te blijven of te komen; misschien niet op elke basisschool maar ondersteun scholen die dat willen. Probeer daarbij ook de inzet van ouders op school te stimuleren zoals knutselouder, leesouder, etc.
Je bespaart uiteindelijk zowel op kosten in de jeugdhulpverlening als in het doelgroepenvervoer: en dat levert budget om die schoolondersteuning te financieren.

Ad 2) Het optimaliseren van het echt noodzakelijke doelgroepenvervoer

Aandachtspunten/adviezen:

  • Geen vrijwilligers inzetten bij vervoer van kinderen in speciale doelgroepen, met name kinderen met gedragsproblematiek.
  • Zorg er daarbij ook voor dat kinderen zoveel mogelijk dezelfde vertrouwde (prettige) chauffeur krijgen die dan ook nog op tijd komt.
  • Overigens is het wel mogelijk om vrijwilligers in te zetten bij het volwassenen vervoer (in gemeenten Zeist en Utrechtse Heuvelrug is daar ervaring mee.)
  • We adviseren om als betrokken gemeenten gezamenlijk in overleg te gaan met potentiële aanbieders. Zulk overleg kan bijdragen aan het nauwkeuriger omschrijven en afstemmen van de wensen, bijvoorbeeld t.a.v. de lengte van de ritten en het aantal kinderen in de bus, en daarmee op voorhand probleemoplossend werken.

Tot slot: doelgroepenvervoer is een ingewikkelde kwestie; ouders van kinderen die gebruik maken van leerlingenvervoer denken graag mee. Betrek hen erbij voor optimaal inzicht in wat ouders en kinderen als belangrijk ervaren ofwel de kwaliteitscriteria.

Met vriendelijke groet,
namens de Adviesraad Sociaal Domein Bunnik
Erik IJpema
Voorzitter


Ook interessante adviezen zijn: